top of page

Milleke Volvo stopt er mee

Emiel Van Meerbeeck, beter bekend als Milleke Volvo, is 80 geworden en heeft een drastisch besluit genomen. Na 70 jaar sleutelen aan moto’s en vooral auto’s met in het bijzonder Volvo’s heeft hij beslist om er mee te stoppen. “Ik kan niet blijven doorgaan…Alles moet weg”, zo vertelt hij met enige tristesse tijdens ons bezoek in Putte-Beerzel.


Onder het stof: een PV444, de eerste Volvo van Milleke.

Voor velen begint dat echte zomergevoel pas met de start van de Ronde van Frankrijk. Dat is ook zo bij Milleke. Als we bij hem binnen komen een week voor de Tour van start gaat, heeft hij de krant voor zich uitgespreid en is hij het deelnemersveld aan het bestuderen. “Wielerwedstrijden dat boeit mij nog altijd. In mijn jonge jaren heb ik ook nog gekoerst. Ik was bij de ‘Dijle Spurters’ en tijdens de Tour reed ik elke dag de streek rond met het Ronde-krantje van Het Volk. Rijden met de fiets, dat gaf mij een gevoel van vrijheid.”


BSA en Norton


De ware passie van Milleke is echter sleutelen. Dat doet hij al meer dan 70 jaar. Het begon allemaal met zijn neef en motorcrosser François Vervloesem: “Als jonge knaap mocht ik helpen sleutelen aan zijn BSA-motorfiets. Ik leerde de verschillende soorten en maten van sleutels kennen en dat is het begin van alles geweest. Ik reed ook mee met zijn Norton voorzien van een sidecar. Als vijfjarige reed ik al mee op de benzinetank, later in de sidecar.” Als 15-jarige kocht Miel een auto om mee te crossen. Aan onderdelen was geen tekort: “Bij den ‘Berre’ van het autokerkhof in Katelijne vonden we altijd wat we nodig hadden. Hulp had ik van mijn broers. Vergeet niet wij waren thuis met 11 kinderen.”


Van Chrysler tot Volvo


Het sleutelen oversteeg de vrije tijd. In 1958 werd het ernstig en ging Emiel werken bij de Mechelse garage Coeckelberghs die gespecialiseerd was in Chrysler, Dodge, Plymouth en Simca. Daarna ging hij aan de slag bij de garage Laenen ook in Mechelen. “Hier is het Volvo-verhaal begonnen. Ik heb er tien jaar gewerkt aan Volvo’s, zowel personenwagens als vrachtwagens.” Maar voor hij in 1966 zelfstandige in bijberoep werd en zich toespitste op het Zweedse merk, deed hij nog ervaring op in de industrie. In die dagen waren heel wat auto-assemblagebedrijven actief in België en dan vooral in het Mechelse met onder meer Mercedes, Saab, Peugeot, Scaldia en Leyland-Triumph.


Milleke bij zijn huidige Volvo, een 244

Op de 'koer' staan nog verschillende auto's voor onderdelen.


Door die lokale assemblage konden de autoconstructeurs de hoge importheffingen van toen omzeilen. “Mijn eerste ervaring in de industrie was bij Leyland-Triumph waar ik op nieuw geassembleerde auto’s accessoires monteerde. Dat kon een sportstuur zijn maar even goed grotere carburators of een elektrisch bediende overdrive.”


Na Leyland-Triumph ging het in 1968 naar General Motors op de Noorderlaan in Antwerpen. Miel werkte er in de afdeling waar mogelijke productiefouten werden recht gezet. Hij zag er Opels, Vauxhalls, Bedfords en Amerikaanse Camaro’s passeren.” Ondertu


ssen bouwde hij zijn eigen zaak uit en ging hij uiteindelijk voluit als zelfstandige werken met als specialisatie Volvo. Emiel ligt ook mee aan de basis van de oprichting van de ‘Volvo Club België’ die later evolueerde tot de ‘Swedish Car Club Belgium’ en uiteindelijk de ‘Volvo Classic Club Belgium’. De club heeft ook een eigen ledenblad dat Uitlaat heet.

Verscholen onder een doek en wat rommel: een schitterende P1800


Uitverkoop


Emiel gaat er prat op een goeie band te hebben met zijn klanten: “Sommigen komen al meer dan 40 jaar bij mij. Ik stond altijd paraat. In de jaren zestig waren de pechverhelpingsdiensten nog niet zo goed georganiseerd als nu, zeker niet als iemand pech had in het buitenland. Ik ben talrijke keren naar het buitenland gereden om iemand te depanneren, zelfs om ter plaatse een koppeling te vervangen. Dat is nu niet meer denkbaar maar het heeft wel voor een band gezorgd met mijn klanten.”


Bij Emiel kon je ook terecht voor tweedehandsonderdelen van Volvo’s: een achteras voor een 850 of een versnellingsbak voor een 240. Het kon allemaal. Nu nog staan een tiental oude Volvo’s op zijn ‘koer’ die kunnen dienen als donorauto. In zijn werkplaats zit het nokvol met tweedehandsonderdelen gaande van deuren tot cilinderkoppen. Opmerkelijk is dat Emiel alles haast blindelings weet liggen. Een computer heeft hij niet nodig. Hij heeft ook nog verschillende rijklare oudere Volvo’s staan. Eén daarvan is een piekfijne P1800 maar in de hoek van de werkplaats -wel is waar onder het stof- staat ook een van zijn eerste Volvo’s, een PV444 een zogenaamde kattenrug. Emiel heeft zijn naam Milleke Volvo zeker verdiend.


bottom of page